Veiligheidstekens.


De borden bij alle nooduitgangen langs vluchtwegen moeten zo worden verlicht dat ze duidelijk de route van ontsnapping naar een veilige plaats aangeven. [PN EN 1838: 2005]

De uitgang of het richtingsteken moet zichtbaar zijn vanaf alle punten langs de vluchtroute. Alle borden voor uitgangen en vluchtroutes moeten uniform van kleur en formaat zijn, terwijl de helderheid van deze borden minimaal 2cd / m2 moet zijn.

Omdat mensen die in het gebouw verblijven het gebouw mogelijk niet goed kennen, is het aan te bevelen om beveiligingsborden te gebruiken die intern worden verlicht en continu van stroom worden voorzien.

Opgemerkt moet worden dat interne veiligheidstekens van een grotere afstand worden opgemerkt dan borden met dezelfde afmetingen die extern worden verlicht.


Waarbij: 

D - kijkafstand maximale afstand waarop het bord nog steeds leesbaar is)

P - hoogte van het teken 

VEILIGHEIDSTEKENS